Elektrische foutdetectiemethode voor brugkraan
Er zijn momenteel twee hoofdmethoden voor het detecteren van elektrische fouten in brugkranen, namelijk de sensorische methode en de noodmethode. Beide methoden maken gebruik van zintuigen om het breukpunt waar te nemen en vervolgens het type fout te bepalen op basis van oppervlaktefoutverschijnselen. De detectie-efficiëntie is zeer laag, wat gemakkelijk kan leiden tot herhaling van fouten. In dit artikel worden enkele snelle methoden voorgesteld voor het opsporen van elektrische storingen in brugkranen, in de hoop u referentie te geven.
Dit artikel duurt een 5t brugkraan analyseert bijvoorbeeld de oorzaken van veelvoorkomende fouten en stelt een reeks intuïtieve en eenvoudig te implementeren methoden voor het detecteren van elektrische fouten voor, in overeenstemming met het onderhoudssysteem voor elektrische apparatuur dat is gespecificeerd in GB6067-85.
1. Sluit de stroomschakelaar en de zekering van de stroomzekering zal smelten
Oorzaak van de storing: Er is sprake van aarding of kortsluiting.
Methode voor probleemoplossing: Controleer het stroomcircuit, identificeer het aardings- of kortsluitingspunt en elimineer dit.
2. De hoofdschakelaar schakelt niet in
Oorzaak van de storing: Noodschakelaar niet gesloten. De veiligheidspositieschakelaar van de cabinedeur is niet gesloten. De regelaar is niet teruggekeerd naar de nulpositie. Open circuit van de contactorspoel of geen werkende voeding.
Methode voor probleemoplossing: Controleer en sluit de noodschakelaar of deurpositieschakelaar. Controleer de controller om deze in de nulpositie te zetten. Vervang de contactorspoel. Als er geen bedrijfsvermogen is, moet de stroom worden hersteld.
3. Nadat de hoofdschakelaar is ingeschakeld, treedt het overstroomrelais in werking en wordt de schakelaar vrijgegeven
Oorzaak van de fout: Het controllercircuit is geaard.
Methode voor probleemoplossing: Ontkoppel de verbinding tussen de beschermende schijf en de controller en sluit deze vervolgens geleidelijk aan. Sluit de schakelaar elke keer dat deze wordt aangesloten, controleer de draad op basis van de werking van het overstroomrelais en verhelp de aardingsfout.
4. Nadat de controller is gesloten, treedt het overstroomrelais in werking en wordt de contactor vrijgegeven
Oorzaak van de fout: De instelwaarde van het overstroomrelais is te klein en het statorcircuit is geaard.
Methode voor probleemoplossing: Pas de instelwaarde van het overstroomrelais opnieuw aan, gebruik een megohmmeter om de aardingsfout te controleren en op te lossen.
De oorzaken van elektrische bedieningsfouten in brugkranen zijn zeer complex. Alleen door deze fouten tijdig te detecteren en het type en de oorzaak van de fouten te bepalen, kunnen we de preventie- en oplossingsstrategieën voor elektrische kraanfouten identificeren. Hierdoor wordt de impact op de apparatuur en de persoonlijke veiligheid verminderd en wordt de veilige werking van elektrische apparatuur gegarandeerd.